Socratisch coachen

Socratisch coachen

De filosoof Socrates heeft laten zien welke houding de coach moet hebben:

onderzoekend, niet autoritair en vragend.

Een gesprek tussen coach en coachee is eigenlijk een dialoog, waarbij de twee partijen verder komen dan louter een probleem,waarvoor een oplossing wordt gezocht.

De dialoog leidt tot nieuwe inzichten voor beide gesprekspartners:

Deze dialoog is een onderzoeksgesprek, gericht op gezamenlijk nadenken, op redelijke argumentatie en gemeenschappelijke analyse van een thema. 

Doel van een dialoog is uit te stijgen boven hetindividuele denken en daardoor inzichten te verwerven die ieder voor zich niet zou kunnen bereiken.

 In een dialoog manifesteert zich het grondprincipe van de samenwerking.

Socrates werd in diens tijd door velen irritant gevonden, omdat hij nooit tevreden leek met de antwoorden die hij op zijn vragen kreeg. Hij blééf bovendien iedereen steeds opnieuw lastigvallen met talloze, schijnbaar totaal zinloze, vragen, die menigeen tot vertwijfeld zuchten aanspoorden. 

Desalniettemin is dit principe, waarbij we niet voetstoots zaken als vanzelfsprekend veronderstellen, zeer vruchtbaar in verband met coaching. 

De menselijke geest is gecompliceerder dan de meesten van ons zich realiseren en motivatoren vloeien voort uit een complex stelsel van ervaringen en individueel bepaalde premissen.

Het socratisch coachinggesprek onderscheidt zich met betrekking tot de repetitief te doorlopen stappen grofweg op deze vier punten (vrij naar (Veraart-Maas, Socratisch coachen.)) ten opzichte van het basiscoachen:

1. Formulering van de onderzoeksvraag, een algemene vraag die coach en coachee vervolgens gezamenlijk onder handen nemen.

2. Om verzanding in theoretisch geneuzel te voorkomen, dragen beide partijen concrete voorbeelden aan. Hierover wordt gefilosofeerd.

3. De pro-/contra analyse: Beide  gesprekspartners geven hun standpunt over het voorbeeld, met beargumentering.

4. Reflectiefase, waarbij de gesprekspartners tot een gezamenlijke conclusie of visie komen.

Het gesprek staat of valt met het op basis van redelijkheid argumenteren. Daarbij is alles geoorloofd en is geen enkele vraag of stelling impertinent of bij voorbaat onjuist.

Deze kan inzake de onderzoeksvraag constructief of destructief uitpakken. Het kan gebeuren dat de onderzoeksvraag volstrekt vernietigd raakt tussen de molenstenen van deze analyse. Daarover niet getreurd en liever de volgende onderzoeksvraag geformuleerd.


Share for us